De speeltafel van het nieuwe orgel in de Hervormde Kerk van Scherpenzeel ziet er opvallend uit. De organist kan de kerk in kijken, en achter zijn rug is door een raam in de orgelkas een deel van de mechaniek zichtbaar. Boven de pedaaltoetsen zit een hele rij voettreden voor koppels en vrije combinaties.
Bij een van de treden staat het woordje ‘donder’. ‘Toen de kerkenraad naar het orgel kwam luisteren, vroegen ze wat dat betekende’, vertelt Wilfred Folmer, organist van de kerk. ‘Ik heb uitgelegd dat bij het indrukken van de trede de laagste vijf tonen van het orgel worden ingedrukt, waardoor een geluid als een donder ontstaat.’
Het is een idee van de Franse orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll, die het ‘orage’ noemde. Orgelmaker Adema koos voor de Nederlandse vertaling op het naambordje.
Niet alleen de speeltafel van het orgel is opvallend. Het instrument, dat Gerben Mourik en de Duitse organist Otto M. Krämer op 6 juni officieel in gebruik nemen, is met 34 stemmen on-Nederlands groot voor een dorpsorgel. Opmerkelijk is bovendien het uitgesproken romantische karakter.
Dat de kerk in Scherpenzeel nu een Adema-orgel heeft, is eigenlijk toevallig, vertelt Folmer. We hadden al offertes bij verschillende orgelbouwers gevraagd. Het orgel van De Koff dat hier stond, bezat warm klinkende pijpen, onder andere van Witte. Zo’n soort orgel wilden we. Totdat we met de orgelcommissie in 2002 naar de ingebruikname van het orgel in de St.-Jan in Laren gingen. Dat orgel van Adema sprak ons bijzonder aan. Toen hebben we besloten ook bij Adema een offerte aan te vragen.’
Keerpunt
Orgelbouwbedrijf Adema bestaat sinds 1855 en bouwde bijna alleen maar orgels in rooms-katholieke kerken. Een van de eerste orgels was het orgel van de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam. De Franse consul Philbert wilde dat Adema een orgel maakte net zoals Cavaillé-Coll dat deed in Parijs. Om indruk te maken in het noorden van het land, bouwde het bedrijf in 1885 een kleine variant ervan in de Werenfriduskerk in het Friese Workum. ‘In 2003 hebben we dat orgel gerestaureerd’, vertelt Ronald van Baekel, directeur van Adema. ‘Dat was een keerpunt in het bestaan van ons bedrijf en wat we daar geleerd hebben, hebben we in Scherpenzeel toegepast. Lange tijd mochten strijkende registers in de totaalklank van het orgel niet hoorbaar zijn. We hebben in Workum ontdekt dat een orgel een veel rijkere klankschakering krijgt, als je de violen juist wel krachtig intoneert. Wat je hier in Scherpenzeel hoort, is romantiek, maar geen zalvende romantiek. Veel registercombinaties klinken klassiek. Het is de logische ontwikkeling van het orgel vanuit de barok.’ Volgens Van Baekel is niet de romantiek het verval van de orgelbouw zoals lange tijd is beweerd, maar vormt juist de neobarok die na de Tweede Wereldoorlog zijn intrede deed, een breuk met de historie.
De orgelcommissie uit Scherpenzeel had een dispositievoorstel, waarop Van Baekel nog een aantal toevoegingen had. ‘Het zwelwerk had een Basson 16′ en een Basson-Hautbois 8′, maar geen Trompet. Die heb ik ertussen gezet. Zo waren er nog meer plekken waar gaten zaten in het registerplan. Bijvoorbeeld de Kwintatoon op het zwelwerk’, zegt Van Baekel. ‘Het is de geherintoneerde Quintadeen uit het oude De Koff-orgel. Die was van goede kwaliteit. Het is niet algemeen bekend, maar zo’n register hoort in een standaard Adema-dispositie.’
Hans Kriek was adviseur bij de bouw van het orgel. Hij was juist over de Quintadeen erg te spreken, vertelt Wilfred Folmer. ‘Hij hield niet op te vertellen dat het zo moeilijk was zo’n register te intoneren en hoe goed het eindresultaat was geworden.’ Ook de beide De Koff-strijkers waren van goede kwaliteit en werden hergebruikt.
Opgeblazen
De Tweede Wereldoorlog speelt een belangrijke rol in de orgelgeschiedenis van hervormd Scherpenzeel. Op zondagavond 22 april 1945, een paar dagen voor de bevrijding, blazen Duitse militairen de middeleeuwse kerktoren op. Het historische orgel van Johann Caspar Friedrichs uit 1822 gaat daarbij verloren. Hoe erg in die dagen rond de kerk is gevochten, blijkt uit het feit dat een paar weken geleden nog een granaat werd gevonden in de stam van een boom. Bij het kappen van de boom wegens instabiliteit kwam het projectiel te voorschijn.
Firma J. de Koff uit Utrecht voltooit in 1948 een nieuw orgel. Hij gebruikt daarbij windlades, een balg en veertien pijpen van een instrument van orgelmaker Witte uit de Hervormde Kerk van Werkendam. Dat orgel was, ook door oorlogshandelingen, onherstelbaar beschadigd en het kerkbestuur daar wilde een nieuw orgel.
Het was aanvankelijk de bedoeling dat Adema in Scherpenzeel de windlades van Witte zou overnemen. Maar toen werd besloten dat het orgel combinatieladen zou krijgen, een mechanisch systeem voor het voorprogrammeren van registers, werden nieuwe windlades gebouwd. De frontindeling is hetzelfde als het vorige orgel, op de zijpanelen na. Die zijn afkomstig van een Maarschalkerweerd-orgel uit Amsterdam.
Het volle werk van het orgel klink overweldigend in de akoestisch zeer slechte ruimte, blijkt als Wilfred Folmer het instrument laat horen. De subkoppel veroorzaakt een enorme diepte in de klank. ‘Toch is het zeker niet te hard’, zegt hij. ‘Het orgel wordt al sinds Pasen gebruikt en ik heb nog geen klachten gehoord. De mensen zingen er heerlijk bij.’ Ronald van Baekel beaamt dat. ‘Voordat we aan het project begonnen, ben ik een keer op zondag gaan luisteren. Het zingen hier is een feest.’
Het ingebruiknameconcert begint op vrijdag 6 juni om 20.00 uur. Geïnteresseerden kunnen het orgel bespelen tijdens de open dag op zaterdag 7 juni. Wilfred Folmer verzorgt om 16.00 uur een afsluitende bespeling. Meer informatie en een uitgebreide dispositie staat op ademaorgelscherpenzeel.nl
Met toestemming overgenomen uit het Nederlands Dagblad.
© 2008 fotografie Orgelcie. Herv. Gem. Scherpenzeel / G. van Betlehem