Eens was het een ‘drievoudig mysterie’: onbekend – bij de meeste organisten, onduidelijk – wat betreft de structuur, en ontoegankelijk – van 1956 tot 1986 stond er slechts een lege kast op het orgelbalkon. Aldus Jan Jongepier (Het Orgel, februari 1988, p.62). Sinds de reconstructie van het Hoofdwerk in 1986 en van het Rugwerk in 2007 zou je het een ‘drievoudig mirakel’ kunnen noemen: vanwege de kast, de klank, en de kunde waarmee het instrument in zijn oude luister is hersteld.
Het orgel van de kerk in Kantens is waarschijnlijk rond 1660 gebouwd door de Noord-Duitse orgelmaker Heinrich Huß (Hendrick Huys). Rond 1667 werd het, waarschijnlijk door zijn broer Johannes, uitgebreid met een Rugwerk, waarbij het Hoofdwerk werd ingekort en de kast zijn wonderlijke aanzien kreeg (dikke holpijpen in de middentoren). Toen in 1817 de collator (kerkpatroon) van Kantens failliet ging, werd het kerkmeubilair, inclusief het orgel, in afwachting van een veiling op het kerkhof uitgestald. Gelukkig kon deze veiling, dankzij ingrijpen van koning Willem I, worden voorkomen en kon een deel van het orgel provisorisch door Timpe worden herbouwd. Dat het instrument sinds 1986/2007 weer in zijn oude luister klinkt, is te danken aan de orgelmakers Jürgen en Hendrik Ahrend, maar vooral aan Cor Edskes, die, tijdens de restauratie van de kerk en de kast in de jaren vijftig, het orgel nauwlettend in de gaten hield, en originele onderdelen, zoals pijpstokken en balgvouwen, wist te herkennen en te behouden zodat een reconstructie mogelijk werd.
Onlangs heeft de Orgelcommissie van Kantens een cd uitgebracht waarop dit orgel te beluisteren is. Het wordt hierop bespeeld door Wolfgang Zerer, docent aan de Schola Cantorum Basiliensis, met werken uit de Renaissance en uit de vroege Barok. Van Sweelinck en zijn Noord-Duitse leerlingen (Scheidt, Scheidemann) horen we plechtige Preambula en fraaie variatiereeksen – van Frescobaldi en diens Zuid-Duitse navolgers (Erbach, Froberger, Kerrl) virtuoze Toccata’s en speelse Canzona’s.
Beide werelden komen in Kantens prima tot hun recht. Fraai klinkt de afwisseling van Prestanten en Octaven in Frescobaldi’s ingenieuze Capriccio over ut-re-mi-fa-so-la. Soepel klinkt het Mixtuur-plus-Sesquialter-plenum in een Toccata van Kerrl. En prachtig schuurt de Rugwerk-Quintadena Sweelincks ‘Junges Leben’ naar zijn ‘End’.
Wat opvalt is dat Zerers spel zeer levendig is; dit komt vooral doordat hij korte notenwaarden extra energie geeft. In Toccata’s en Canzona’s werkt dat prima. Helaas minder in muziek van Scheidt en Scheidemann: het orgel krijgt daar nauwelijks tijd om adem te halen. Wat meer NoordDitse ernst en bezonnenheid zou hier niet hebben misstaan.
Overtuigender klinkt Frobergers mysterieuze Toccata alla Levatione. Zerer trekt zich in dit stuk niets van de maat aan en brengt het netjes, overeenkomstig de voorschriften van Frescobaldi, naar believen nu eens langzaam, dan weer snel (hor languida, hor veloce) ten gehore. Voeg daarbij dat hij deze chromatische muziek uitvoert op een ‘zwevende’ registercombinatie (Prestant + Tremulant) op een orgel dat ook nog eens in de middentoonstemming staat, en de stap naar moderne muziek (bijvoorbeeld Bartoks 5e Strijkkwartet) is niet zo groot meer. Ben trouwens benieuwd hoe die muziek in Kantens klinkt…
Jammer is dat Zerer de eerste veertig minuten van deze cd erg in de basisklanken 8′, 4’ en 2′ blijft hangen en daar de muziek slechts sporadisch met een aliquot of een zacht tongwerk kleurt. Dat verandert gelukkig in de laatste twintig minuten, waar hij, in een Preambulum van Scheidemann, eindelijk de prachtige Trompet opentrekt, en, in variaties van Scheidt over ‘Warum betrübst du dich’, een scala aan orgelgeluiden horen laat. Helaas is de schitterende Sieffluijt 1½ Voedt, die moeiteloos met elke registercombinatie mengt, nergens op deze schijf te beluisteren. Hopelijk wordt dit nog eens goedgemaakt op een volgende cd van de Orgelcommissie Kantens. Het miraculeuze orgel is er fraai genoeg voor!
Wolfgang Zerer – Kantens
Toccata in C SwWV 283 (Sweelinck); Capriccio sopra ut, re, mi fa, sol, la (aus ‘Il primo linro di Capricci’, 1624) (Frescobaldi); Toccata V in C (Kerll); Canzona octavi toni (Erbach); Praeambulum in d WV 34, ‘Komm heiliger Geist, Herre Gott’ WV 80 (Scheidemann); ‘Mein junges Leben hat ein Endt’ SwWV 324, Echo Fantasia in d SwWV 261 (Sweelinck); Toccata VI (da sonarsi alla Levatione) (aus dem Buch von 1649) (Froberger); Canzona III in d (Kerll); Praeambulum in d WV 33 (Scheidemann); Cantio sacra ‘Warum betrübstu dich mein Hertz’ (aus de ‘Tabulatura nova Teil I’) (Scheidt); Toccata secundi toni (Erbach).
Label: Orgelcommissie Kantens
Nummer: WZK 2014
Speelduur: 65’44
Booklet: 24 pagina’s (NL/EN/DU)
Prijs: € 15,00
Bestellen kan door € 15,00 over te maken op rekeningnummer NL71 RABO 0191 8774 84 ten name van Orgelcommissie Antoniuskerk.